1. Een werknemer was van 2 juli 2009 tot juni 2022 als uitzendkracht werkzaam bij het bedrijf Upfield in Rotterdam.
2. De werknemer stelde dat hij vanaf 2 juli 2009 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd had met Upfield, en dat daarop de cao van Upfield en het sociaal plan van toepassing waren.
3. Eerdere uitspraken van de rechtbank in Rotterdam en het gerechtshof in Den Haag wezen het verzoek van de werknemer af.
4. De Hoge Raad heeft deze eerdere uitspraken vernietigd.
5. Een ander hof dan dat in Den Haag zal de zaak opnieuw beoordelen.
6. De Hoge Raad stelt dat langdurige inlening van een uitzendkracht misbruik van de uitzendovereenkomst kan opleveren.
7. De Hoge Raad baseert dit oordeel op Europese richtlijnen en uitspraken van het Europese Hof van Justitie, die vereisen dat uitzendwerk tijdelijk is.
8. Volgens de Hoge Raad is er sprake van misbruik van de uitzendovereenkomst wanneer het inhuren langer duurt dan redelijkerwijs als tijdelijk kan worden aangemerkt, ongeacht of er sprake is van doorlopende of achtereenvolgende opdrachten, tenzij er een goede verklaring is voor de duur.
9. Vakbond FNV is tevreden met de uitspraak van de Hoge Raad, omdat deze gevolgen kan hebben voor veel werknemers die langdurig via een uitzendconstructie werken.
10. FNV-advocaat Renée Sauer merkt op dat er door de verwijzing naar een ander hof nog geen definitieve duidelijkheid is over de precieze invulling van "tijdelijk uitzenden".
11. In Duitsland bestaat er een wettelijke limiet van achttien maanden voor het uitzenden van dezelfde werknemer aan dezelfde inlener.