Om de Europese doelen voor klimaat, natuur en waterkwaliteit te bereiken, zijn er twee scenario's uitgewerkt. Beide scenario's impliceren een ingrijpende transformatie van het Nederlandse landschap en de landbouwsector.

In de 'technische variant' wordt uitgegaan van grootschalige natuurgebieden en grotere boerenbedrijven. Naast de reeds voorziene 50.000 hectare natuur is er nog eens 150.000 hectare extra nodig. Boeren in dit scenario zullen moeten investeren in innovatieve technieken om stikstof- en broeikasgasuitstoot te beperken, wat aanzienlijke technologische investeringen vereist. Hoewel de melkproductie naar verwachting vergelijkbaar blijft met het huidige niveau, zal het aantal boerenbedrijven waarschijnlijk fors afnemen.

De 'vermengingsvariant' voorziet in een combinatie van landbouw en natuur. Dit scenario kent een groter aantal, kleinere natuurgebieden, die tezamen 150.000 hectare beslaan. Boeren zullen hier minder dieren per hectare houden, wat resulteert in een daling van de melkproductie. De omvang van de veestapel zal in dit scenario naar schatting met de helft afnemen. Er wordt een toename verwacht van diverse dier-, vogel- en insectensoorten die momenteel niet onder Europese bescherming vallen. Boeren krijgen tevens de verantwoordelijkheid voor landschapsbeheer en dienen een aanvullende inkomstenbron te ontwikkelen.

Beide geschetste scenario's vereisen een substantiële inzet van de overheid, onder meer voor de definiëring van natuurgebieden en het toezicht op toegepaste technologieën.

Daarnaast wordt geadviseerd om een staatscommissie in te stellen, die de besluitvorming omtrent landbouw en natuur kan initiëren en begeleiden.

Een hybride oplossing die de twee scenario's combineert, is een mogelijkheid. Dit zou echter een herberekening van de haalbaarheid van de gestelde natuur-, klimaat- en waterdoelen tot 2050 noodzakelijk maken.