Laurens Dassen, leider van Volt, uit scherpe kritiek op politieke partijen in Nederland en Europa. Hij meent dat zij te veel focus leggen op het thema asiel, wat leidt tot een zogenaamde "asielhysterie". Volgens Dassen bestaan er "hele andere problemen" die de gezamenlijke aandacht verdienen en waarop partijen meer zouden moeten samenwerken. Hij uit zijn vrees dat de huidige koers van veel partijen, die volgens hem "witte knokkels vasthouden aan alles wat is", zal resulteren in achteruitgang.

Dassen signaleert wereldwijd een conservatieve, en soms zelfs extreemrechtse, tendens. Hij is met name bezorgd over de recente verkiezingswinst van de partij van Andrej Babiš in Tsjechië, een politicus die hij als een bondgenoot van Orbán en Poetin beschouwt.

Waar veel politieke partijen in hun verkiezingsprogramma's de instroom van asielzoekers naar Nederland willen beperken, richt Volt zich op het verbeteren van de opvang. Het thema asiel krijgt echter relatief weinig aandacht in de publieke communicatie van Volt.

Met Volt beoogt Dassen de oprichting van een nieuwe, brede Europese beweging. Hij stelt dat er "zetels in alle verschillende landen" nodig zijn om het huidige nationale politieke toneel te doorbreken.

De groei van Volt in Nederland lijkt te stagneren. Dassen spreekt van ontevredenheid over de opkomst van zijn partij, hoewel hij niet teleurgesteld is. Bij de meest recente Europese verkiezingen stemde een miljoen mensen op Volt. Ongeveer de helft van de ruim 20.000 Volt-leden in Europa is Nederlands.

Volt heeft momenteel twee zetels in het Nederlandse nationale parlement en twee Nederlandse Europarlementariërs. Daarnaast beschikt Volt over volksvertegenwoordigers op lokaal en regionaal niveau in diverse landen. In Bulgarije heeft Volt één parlementszetel. Duitsland levert drie Europarlementariërs voor Volt. De partij boekt in Nederland het grootste succes, met vertegenwoordiging op alle democratische niveaus.