Letland heeft onlangs geregistreerd partnerschap voor stellen van hetzelfde geslacht ingevoerd. Deze ontwikkeling staat in contrast met de situatie in andere Europese landen. Polen boekte voor het eerst in tien jaar een verbetering op de ILGA-Europe ranglijst, dankzij de afschaffing van ‘lhbtqia+-vrije zones’ en het beëindigen van inmenging in publieke evenementen.

Tegelijkertijd verbood de Hongaarse regering pride-evenementen en schafte wetgeving af die gelijke behandeling van transgender personen garandeerde. In Georgië werden regenboogvlaggen verboden en werd de toegang tot gezondheidszorg voor transgender mensen onmogelijk gemaakt. Het Britse Hooggerechtshof heeft transgender vrouwen juridisch niet langer als vrouwen geclassificeerd.

In Nederland daalde de steun voor operaties om van sekse te veranderen van 71% in 2021 naar 62% in 2023. De steun voor het recht van lesbiennes en homoseksuelen om hun leven te leven zoals ze willen, daalde van 96% in 2020 naar 94% in 2023. De steun voor adoptierechten voor lesbiennes en homoseksuelen daalde van 74% in 2021 naar 72% in 2023. Het aantal meldingen van discriminatie van transgender mensen steeg in 2024 met 20% ten opzichte van 2023, met 264 unieke meldingen.

Partijen als Forum voor Democratie en de PVV verspreiden in Nederland een antigenderverhaal. Caroline van der Plas (BBB) nam deel aan discussies rondom een transgenderwet, waarbij volgens sommigen de argumentatie vooral speelde op angsten rondom kleedkamers, gebaseerd op zeldzame anekdotes. Een Nederlandse rechter gaf Rutgers gelijk in een zaak tegen de stichting Civitas Christiana over het verspreiden van onwaarheden over de Week van de Lentekriebels.

ILGA-Europe constateert een verband tussen beperkingen van pride-evenementen, censuur van lhbtqia+-uitingen en aanvallen op wettelijke erkenning in landen als Hongarije en Georgië, en bredere beperkingen van vrijheid van meningsuiting, onafhankelijkheid van rechters en het recht om te protesteren.