1. Vier deskundigen adviseren een geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek over vijftien jaar, te beginnen bij woningen met de hoogste WOZ-waarde. De vrijgekomen middelen dienen te worden geïnvesteerd in woningbouw en infrastructuur.

2. Er is behoefte aan de bouw van 1,8 miljoen woningen in de komende vijftien jaar. Deze woningen dienen gebouwd te worden op uitleglocaties en in (grote) steden, met aanvullende kleinere projecten in bestaande woongebieden. De bouwprogrammering moet alle doorstroomketens bedienen, niet alleen starters.

3. De experts pleiten voor meer koerstvastheid in het woningbeleid, met name kritiek op inconsistenties in het beleid voor de private huursector. Eenduidige en duidelijke regels, waaronder landelijke bouwtechnische voorschriften, moeten de kosten verlagen en de bouw versnellen. Vereenvoudigde bouwprocedures moeten het optoppen, uitplinten en splitsen van bestaande woningen, evenals woningdelen, hospita-verhuur en de bouw van tijdelijke woningen, vergemakkelijken.

4. De koppeling tussen huur- en armoedebeleid dient te worden verbroken; armoedebestrijding moet via inkomensbeleid en toeslagen worden aangepakt. Huurwoningen dienen aantrekkelijk te blijven voor beleggers, met een redelijk verband tussen rendement, huuropbrengst en waardevermeerdering. Gemeenten dienen een actieve rol te spelen in het grondbeleid om speculatie tegen te gaan. De Rijksoverheid dient overkoepelend beleid en financiering te verzorgen.

5. Het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen dient de komende tien jaar geleidelijk te worden uitgebreid tot €1 miljard.

6. Extra budget en maatregelen zijn nodig voor een substantiële reductie van de stikstofdepositie. De experts benadrukken de noodzaak voor politici om ook impopulaire maatregelen te nemen, gezien de stijgende bouwkosten en toenemende kwaliteitseisen aan woningen en woonomgeving.