Op maandag 28 juli 2025 hebben Israëlische mensenrechtenorganisaties de regering van Israël beschuldigd van genocide in de Gazastrook. Deze ernstige beschuldigingen richten zich op de mensenrechtenschendingen die zijn ontstaan door het aanhoudende conflict in de regio.

Een meerderheid van de ondervraagde Israëliërs steunt het geweld dat door het Israëlische leger wordt toegepast. Dit sterke gevoel van ondersteuning is te verklaren door de bijzondere status die het leger heeft binnen de Israëlische samenleving, vooral gezien de dreigingen vanuit omliggende landen.

Diverse opiniepeilingen tonen aan dat 53% van de Israëliërs van mening is dat Gaza geen humanitaire hulp mag ontvangen totdat de gegijzelden zijn vrijgelaten. Dit benadrukt de prioriteiten van een aanzienlijk deel van de bevolking te midden van de escalatie van het conflict.

Naast deze meningen zijn er demonstraties gaande in Israël, die zich vooral focussen op de vrijlating van de gegijzelden. Dit wijst erop dat het publieke debat in Israël sterk wordt beïnvloed door de situatie van deze individuen, terwijl het leed in Gaza hierbij minder aandacht lijkt te krijgen.

Tegelijkertijd is er een kleine, maar groeiende kritische minderheid in Israël die zich verzet tegen het geweld dat in Gaza wordt toegepast. Dit geeft aan dat, ondanks de brede steun voor de militaire acties, er ook een oppositie bestaat tegen de heersende opvattingen over het conflict.

De politieke situatie in Israël wordt verder beïnvloed door recente gebeurtenissen, zoals de stijgende steun voor premier Netanyahu na de Israëlische aanvallen in Iran afgelopen juni. Deze aanvallen werden gerechtvaardigd als zelfverdediging tegen de dreiging van het Iraanse nucleaire programma.

Internationaal gezien overweegt het demissionaire Nederlandse kabinet nationale maatregelen tegen Israël. Ook op Europees niveau wordt gesproken over mogelijke sancties, een teken van de toenemende bezorgdheid over het conflict en de acties van de Israëlische staat.