1. De Verenigde Staten, onder president Trump (sinds 20 januari 2025), nastreven dominantie in de AI-race. Dit impliceert een hoge prioriteit voor de ontwikkeling en toepassing van kunstmatige intelligentie.

2. China neemt een leidende positie in op het gebied van diverse kerntechnologieën. Dit maakt China tot een belangrijke concurrent voor zowel de VS als Europa.

3. Een Europese delegatie keerde recent terug uit China na het accepteren van een 15% importheffing. Dit wijst op economische afhankelijkheden en onderhandelingsdruk van China's kant.

4. Europa ondervindt uitdagingen bij het concurreren met de VS en China. Deze uitdagingen manifesteren zich in diverse sectoren, inclusief mogelijk de AI-sector.

5. De internationale concurrentie wordt gekenmerkt door machtsmisbruik en intimidatie. Deze praktijken bemoeilijken eerlijke concurrentie en samenwerking.

6. Europa is afhankelijk van Amerikaanse big tech bedrijven. Deze afhankelijkheid kan strategische kwetsbaarheden met zich meebrengen.

7. Europese bedrijven in de VS worden soms gedwongen mee te werken aan Amerikaanse eisen. Dit benadrukt de asymmetrie in economische en politieke macht.

8. De Europese Unie biedt mogelijkheden voor gemeenschappelijk beleid. Dit biedt een potentieel kader voor het aanpakken van de genoemde uitdagingen.

9. Sommige Europese regels worden gezien als ondermijnend voor innovatie. Dit wijst op een potentieel conflict tussen regelgeving en economische competitiviteit.

10. Binnen Europa is het mogelijk bedrijven eisen op te leggen over verantwoord produceren. Dit suggereert een bestaande regulerende capaciteit binnen de EU.

11. De VS onder Trump koppelt economische kwesties aan andere zaken, zoals het NAVO-lidmaatschap. Dit wijst op een strategische benadering van economische betrekkingen die verder reikt dan puur economische belangen.

12. Europa moet zijn strategische autonomie versterken en minder afhankelijk worden van de VS en andere wereldmachten. Dit is een strategisch doel om de kwetsbaarheid te verminderen.

13. Europa moet bereid zijn economische verliezen te accepteren om de race naar de bodem te vermijden. Dit impliceert een bereidheid tot het opgeven van korte termijn economische voordelen ten gunste van langetermijn strategische doelen.

14. Europa dient zelf infrastructuur op te bouwen, ondanks de hogere kosten. Dit wijst op een noodzaak tot investering in strategische infrastructuur om afhankelijkheden te verminderen.