1. De energieprijzen stegen sterk in 2022 en 2023. In deze jaren was er een energietoeslag beschikbaar voor huishoudens met een laag inkomen. Een prijsplafond voor gas en elektriciteit, ingevoerd in 2023, werd in 2024 beëindigd. De overheidssteun voor energiekosten stopte in 2024.

2. In 2024 waren de gemiddelde energieprijzen nog steeds hoog. De stroom- en gaskosten stegen sneller dan de lage inkomens. Een gemiddeld huishouden betaalde gemiddeld €171 per maand aan energie, energiearme huishoudens €184. Energiearme huishoudens besteedden bijna 12% van hun gemiddelde inkomen aan energie, het hoogste percentage sinds 2019.

3. In 2024 leefden circa 510.000 Nederlandse huishoudens in energiearmoede. Dit is een toename van 180.000 huishoudens ten opzichte van een eerder jaar. Ongeveer 6% van alle Nederlandse huishoudens worstelde in 2024 met de betaling van gas- en stroomrekeningen. Circa 1 miljoen Nederlandse huishoudens liepen in 2024 het risico de energiekosten niet te kunnen betalen bij een snelle prijsstijging. Een ander miljoen huishoudens, met een laag middeninkomen en slecht geïsoleerde woningen, dreigde in energiearmoede te raken bij een snelle prijsstijging.

4. Met uitzondering van 2022 en 2023 was er sinds 2019 een langzame afname van het aantal huishoudens in energiearmoede. Huishoudens verbruiken minder gas, kopen zuinigere apparaten en zijn vaker goed geïsoleerd of hebben zonnepanelen.

5. De geografische gebieden met de meeste energiearmoede in 2024 bleven gelijk aan 2023. Vooral alleenstaanden met een pensioen of uitkering behoren tot de energiearme huishoudens. Veel energiearme huishoudens huren een woning van een woningcorporatie.