1. In 2024 ervoer een geschatte 510.000 huishoudens energiearmoede, wat 6,1% van het totaal aantal huishoudens in dat jaar vertegenwoordigt. Dit is een toename van bijna 180.000 huishoudens ten opzichte van 2023.

2. Energiearme huishoudens besteedden in 2024 gemiddeld 11,5% van hun inkomen aan energie. Dit is meer dan het dubbele van het gemiddelde percentage dat alle huishoudens aan energie uitgaven.

3. De toename van energiearmoede in 2024 wordt deels toegeschreven aan het stopzetten van overheidssteunmaatregelen die in voorgaande jaren werden ingezet. Deze maatregelen omvatten in 2022 en 2023 een energietoeslag van maximaal €1300 voor huishoudens met een laag inkomen, en een compensatie van €190 per huishouden in november en december 2022. In 2023 gold bovendien een energieplafond.

4. Zonder de overheidssteunmaatregelen zou het percentage huishoudens in energiearmoede in 2023 naar schatting 9% bedragen; met de maatregelen bedroeg dit percentage 4%.

5. De energieprijzen in 2024 waren lager dan tijdens de energiecrisis, maar bleven structureel hoger dan voor de crisis.

6. Energiearmoede komt vaker voor onder alleenstaanden, uitkeringsgerechtigden, gepensioneerden en huurders van woningcorporaties. De isolatiegraad van corporatiewoningen verschilt niet significant van andere woningen.

7. Het verduurzamen van woningen wordt genoemd als een structurele oplossing voor energiearmoede.