Eind 2024 beschuldigden de Amerikaanse en Britse regeringen Rusland reeds van het inzetten van chloorpicrine in Oekraïne. Deze beschuldigingen worden nu kracht bijgezet door bevindingen van internationale inlichtingendiensten, waaronder de Nederlandse AIVD en MIVD, en de Duitse BND. Deze diensten beschikken over bewijsmateriaal dat wijst op het gebruik van chloorpicrine en andere chemische wapens door Rusland.

De AIVD en MIVD constateren een toename in zowel frequentie als intensiteit van het gebruik van chemische wapens door Rusland sinds de invasie in Oekraïne in 2022. Hun schattingen wijzen op meer dan negenduizend aanvallen waarbij chemische wapens zijn ingezet.

Naast chloorpicrine, dat ook giftig is, maakt Rusland gebruik van andere chemische wapens. Dit is een directe schending van het Verdrag Chemische Wapens. Het inzetten van deze wapens heeft een specifiek doel: Oekraïense militairen uit hun schuilplaatsen lokken, om ze vervolgens met conventionele wapens aan te vallen. Ten minste drie Oekraïense militairen zijn overleden als direct gevolg van blootstelling aan deze chemische wapens.

Rusland investeert actief in de uitbreiding van zijn chemische wapenprogramma, inclusief onderzoek en de werving van nieuwe wetenschappers. De Russische regering heeft de beschuldigingen consequent ontkend en Oekraïne op zijn beurt van het gebruik van chemische wapens beschuldigd, zonder echter enig bewijs te overleggen.

Minister Brekelmans van Defensie informeerde de Tweede Kamer op vrijdag 4 juli 2025 schriftelijk over de bevindingen van de inlichtingendiensten en pleitte voor het opleggen van strengere sancties tegen Rusland.