1. De Nederlandse politie mag sinds 2022 stroomstootwapens (tasers) gebruiken. Het gebruik bedraagt gemiddeld tussen de twee- en drieduizend keer per jaar, waarvan ongeveer elfhonderd keer daadwerkelijk ingezet.

2. De taser wordt ingezet bij hevig verzet van een verdachte tijdens een arrestatie of in dreigende situaties, bijvoorbeeld bij iemand die een mes hanteert.

3. Bij inzet schieten pijltjes met dunne draadjes in de huid van de verdachte, waarna een stroomstoot wordt gegeven die spierverlamming veroorzaakt en de verdachte doet vallen.

4. De taser zelf veroorzaakt zelden behandelingsbehoevende verwondingen. Echter, valpartijen na taser-inzet kunnen leiden tot schaafwonden, botbreuken of hersenschuddingen. In ongeveer 5% van de gevallen (ruim een op de twintig) zijn deze verwondingen ernstig genoeg voor medische behandeling.

5. In de drie jaar sinds de invoering van tasers in 2022 zijn zes sterfgevallen gemeld na taser-inzet. In minstens vijf van deze zes gevallen werd geen verband vastgesteld tussen het overlijden en de inzet van de taser.

6. Er zijn zorgen omtrent te snelle inzet van het wapen en inzet bij personen met psychische problemen.

7. Het onderzoek naar het gebruik van tasers door de politie is het eerste van zijn soort in Nederland en er is gepland dat er in de komende jaren verder onderzoek zal worden gedaan.