1. Tussen maart 2022 en december 2024 werden 18 personen in Nederland ernstig lichamelijk letsel toegebracht tijdens een politieoptreden waarbij een taser (stroomstootwapen) betrokken was. Dit cijfer is gebaseerd op gegevens verzameld door de politie, forensisch artsen, ziekenhuizen, de Rijksrecherche, het Nederlands Forensisch Instituut en The Maastricht Forensic Institute. Het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de politie naar aanleiding van een verzoek van de minister van Justitie in 2022, duurde drie jaar.

2. Een Nivel- en GGD Amsterdam onderzoek, gebaseerd op data uit dezelfde periode, toonde aan dat bij 94% van de personen die door de politie met een stroomstootwapen werden getroffen, geen of gering letsel (schaafwonden, lichte kneuzingen) werd geconstateerd. Bij 6% werd ernstig letsel, zoals botbreuken, geconstateerd of moesten pijltjes verwijderd worden.

3. Zes personen overleden tijdens een politieoptreden waarbij een taser betrokken was. In vijf gevallen was het overlijden niet gerelateerd aan het gebruik van de taser. In één geval zou het stroomstootwapen mogelijk in geringe mate hebben bijgedragen aan het overlijden door een mogelijke versnelling van de hartslag en/of verhoging van de bloeddruk.

4. Personen tussen de 18 en 25 jaar en personen die verward zijn of onder invloed van drugs of alcohol verkeren, lopen een verhoogd risico op letsel na gebruik van een stroomstootwapen door de politie.

5. Ruim 17.000 politiemensen werden opgeleid in het gebruik van stroomstootwapens, die sinds 2022 in gebruik zijn bij de Nederlandse politie.

6. Van de 56 geïnterviewde personen die naar het ziekenhuis werden gestuurd, gaven er 56 aan dat het ontbreken van nazorg gevoelens van angst, wantrouwen en onbegrip versterkte. Personen die wel nazorg kregen, waardeerden dit.