Nederland zal in 2060 naar verwachting 5,1 miljoen eenpersoonshuishoudens tellen, een aanzienlijke toename ten opzichte van de 3,4 miljoen in 2025. Deze stijging hangt samen met een grotere groep alleenwonende ouderen en een relatief hoog aantal alleenstaande studenten en arbeidsmigranten. Tegelijkertijd zal het aantal inwoners van 85 jaar of ouder naar verwachting toenemen van ruim 450.000 in 2025 naar minimaal 1,1 miljoen in 2060. Dit wordt omschreven als een dubbele vergrijzing: een groter aandeel ouderen en een hogere gemiddelde leeftijd binnen die groep.

De Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving (WLO) 2025 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), waaraan ook het Centraal Planbureau (CPB), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) hebben bijgedragen, schetst vier scenario's voor 2060, gebaseerd op verschillende niveaus van economische groei en klimaattransitie. Deze scenario's zijn beleidsneutraal en houden geen rekening met extreme ontwikkelingen. De landbouw is in dit onderzoek niet specifiek behandeld.

De hoogte van de economische groei is van invloed op de totale bevolkingsomvang. Bij hoge economische groei zou de Nederlandse bevolking in 2060 kunnen oplopen tot 21,9 miljoen inwoners. De grootste bevolkingsgroei wordt verwacht in de Randstad en omliggende provincies.

Ongeacht het scenario, voorspellen de WLO-scenario's groei in de bouw- en zorgsector. De transitie naar elektrisch rijden zal zich voortzetten, resulterend in een licht dalend totaal energieverbruik maar een toenemend elektriciteitsgebruik. Nederland zal minder afhankelijk worden van energie-import.

Alle scenario's wijzen op een toename van het aantal verkeersdoden en ernstig gewonden. Vergrijzing en een toename van het aantal fietsers dragen hieraan bij. In steden zal de hogere bevolkingsdichtheid leiden tot een grotere vraag naar verkeersbeleid, zoals betaald parkeren, 30 km zones en uitgebreide fietsnetwerken. Buiten de steden zal het autogebruik naar verwachting toenemen, terwijl het busgebruik in drie van de vier scenario's zal afnemen.

De kosten en risico's van klimaatadaptatie zullen tot 2050 toenemen. Bij een snelle klimaattransitie blijft de toename daarna beperkt. Bij een vertraagde transitie blijven de kosten en risico's echter ook na 2060 toenemen. Klimaatadaptatie omvat maatregelen tegen zeespiegelstijging, hittegolven, natuurbranden en onregelmatige neerslag.