1. Energie-intensieve bedrijven ondervinden hoge energiekosten, deels veroorzaakt door gestegen gasprijzen, milieuheffingen en nettarieven. Dit leidde op dinsdag 1 juli 2025 tot lawaaiacties op diverse industrieterreinen.

2. Een Kamermeerderheid, waaronder de VVD, pleitte voor afschaffing van de CO2-heffing. Deze partijen hebben geen alternatieve financieringsbronnen voorgesteld.

3. Het kabinet overweegt de CO2-heffing voor de industrie te pauzeren, met ingang van ten vroegste 2026, en stelt het tarief tot 2030 op nul. Het is nog onduidelijk voor welke bedrijven dit nultarief geldt, waaronder de vraag of dit ook geldt voor afvalverbrandingsinstallaties.

4. De CO2-heffing heeft tot op heden geen opbrengsten gegenereerd, terwijl de verwachte opbrengsten de komende jaren zouden oplopen tot ruim €200 miljoen in 2028, waarvan €125 miljoen afkomstig zou zijn van de industrie. Deze opbrengsten zouden worden gebruikt voor klimaatfondssubsidies voor verduurzaming van het bedrijfsleven.

5. De pauzering van de CO2-heffing vereist compensatie voor het uitblijven van opbrengsten. Mogelijk is ook compensatie nodig voor het verlies van maximaal €1,2 miljard aan EU-subsidies uit het coronaherstelfonds die aan de heffing gekoppeld zijn.

6. Het kabinet wil deze zomer met de industrie in gesprek gaan over alternatieve manieren om CO2-uitstoot te verminderen. Een onafhankelijke voorzitter dient vóór 1 november 2025 beleidsvoorstellen voor de duurzame toekomst van de industrie te presenteren. De afschaffing van de heffing brengt de klimaatdoelen voor 2030 verder uit het zicht.