De renovatie van het Binnenhof in Den Haag, oorspronkelijk begroot op 475 miljoen euro en gepland voor voltooiing in 2026, kampt met enorme vertragingen en kostenoverschrijdingen. De verwachte opleveringsdatum van 2028 is reeds onhaalbaar verklaard; de huidige schatting bedraagt 2 miljard euro.

De milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) startte een rechtszaak tegen het project vanwege het ontbreken van een natuurvergunning aan het begin van de werkzaamheden. Het kabinet had een uitzondering gemaakt voor bouwprojecten, een besluit dat later door de Raad van State werd teruggedraaid.

De renovatie is ondanks het ontbreken van de benodigde vergunning doorgegaan. MOB eiste de stillegging van de bouw, de vernietiging van de alsnog verleende natuurvergunning en een dwangsom.

Op 25 juni 2025 heeft de rechtbank in Den Haag het verzoek van MOB afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de renovatie, ondanks de eerder gemaakte procedurefouten, verenigbaar is met de natuurbescherming. Deze uitspraak baseert zich op de onderbouwing van het provinciebestuur Zuid-Holland, dat heeft aangetoond dat beschermde natuurgebieden niet door de renovatie worden aangetast.