De weken voorafgaand aan 5 juni 2025 werden gekenmerkt door hevige online discussies in China, gericht op drie individuen: een Harvard-afgestudeerde, een actrice en een arts-in-opleiding. De kern van de discussies lag bij beschuldigingen van oneerlijke voordelen, ongeacht de feitelijke juistheid ervan.

De Harvard-afgestudeerde werd ondervraagd over haar toelating tot Harvard University. De actrice moest verantwoording afleggen over de aanschaf van haar dure sieraden, zoals te zien op haar selfies. De arts-in-opleiding werd bevraagd over het verkrijgen van haar functie in een ziekenhuis. Alle drie werden beschuldigd van bevoordeling dankzij de connecties van hun ouders.

Er is geen bewijs gevonden dat de Harvard-afgestudeerde onrechtmatig heeft gehandeld. Onderzoeken van de Chinese overheid hebben echter wel onregelmatigheden vastgesteld in de gevallen van de actrice en de arts-in-opleiding.

Veel commentatoren, zowel in staatsmedia als daarbuiten, wijzen op verbittering en angst als gemeenschappelijke oorzaak van de ophef: de angst dat verdienste in de Chinese samenleving irrelevant is geworden. Deze bezorgdheid, die al langer aanwezig was, is toegenomen door de vertraging van de Chinese economie en de afnemende mogelijkheden voor sociale mobiliteit.

Uit vrees voor sociale onrust heeft de Chinese overheid toegezegd de ongelijkheid aan te pakken. De Chinese leider Xi Jinping heeft zich opnieuw uitgesproken voor "gemeenschappelijke welvaart" en een strengere aanpak van corruptie.