De rechtbank heeft vandaag, maandag 26 mei 2025, geoordeeld dat het bewijs onvoldoende is om te concluderen dat het Dolfinarium Harderwijk regels overtreedt. Deze uitspraak is voorlopig van aard. De uitspraak volgt op een last onder dwangsom die eerder in 2025 werd opgelegd door de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

De last onder dwangsom betrof beschuldigingen van onnatuurlijk gedrag bij de dieren, zoals dolfijnen die over trainers springen, een walrus die op commando geluid maakt en zeeleeuwen die naar bezoekers zwaaien. De staatssecretaris baseerde deze beschuldigingen op videobeelden van voorstellingen uit april 2024, aangeleverd door Stichting Bite Back.

De rechter achtte de videobeelden echter onvoldoende bewijsmateriaal. De uitspraak benadrukt dat onnatuurlijk gedrag onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld voor educatieve doeleinden, is toegestaan. Het op commando uitsteken van een tong werd in de uitspraak genoemd als voorbeeld van toegestaan onnatuurlijk gedrag.

Een inspectie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in mei 2024 vond geen overtredingen met betrekking tot onnatuurlijk gedrag van de dieren.

Het Dolfinarium heeft na de opgelegde dwangsom aanpassingen aan zijn shows doorgevoerd en bezwaar aangetekend tegen de dwangsom. De rechter heeft besloten dat de betaling van de boetes wordt opgeschort totdat er een definitieve uitspraak is op het bezwaar van het Dolfinarium.