In duurdere regio's van Nederland krijgen huurders in de leeftijdscategorie 16-45 jaar minder vaak kinderen dan woningeigenaren in dezelfde gebieden. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen.

Het verschil in vruchtbaarheid tussen huurders en eigenaren is groter naarmate de huizenprijzen hoger zijn. In goedkopere regio's is dit verschil kleiner.

Vrouwen die een koopwoning bezitten in regio's met hoge huizenprijzen krijgen vaker kinderen.

Het Nederlandse geboortecijfer daalt sinds 2010. Een eerdere verklaring was de economische recessie van toen.

Een laag inkomen en flexibele arbeidscontracten worden in verband gebracht met een lagere kans op het krijgen van kinderen.

De stijgende woningprijzen en het prijsverschil tussen huren en kopen hebben invloed op de kans op gezinsvorming, mede door de samenhang met inkomen en contracttype.

Het verband tussen woningprijzen en geboortecijfers is het sterkst bij de geboorte van een eerste kind. De duur van het woningbezit beïnvloedt eveneens de kans op het krijgen van kinderen, mogelijk door opbouw van overwaarde wat lagere maandlasten mogelijk maakt.

Het overgrote deel (75%) van de verhuizingen vindt plaats binnen dezelfde regio. Een grootschalige verhuizing naar goedkopere regio's is niet waarneembaar.