1. Denilson A., een 22-jarige man uit Rotterdam, wordt verdacht van betrokkenheid bij explosies en drugshandel. Hij heeft een lang strafblad met eerdere veroordelingen voor delicten zoals diefstal en vuurwapenbezit.

2. Het Openbaar Ministerie (OM) eist een gevangenisstraf van 8 jaar tegen Denilson A.

3. De verdenkingen tegen Denilson A. zijn mensenhandel, uitbuiting van minderjarigen in vereniging en medeplichtigheid aan voorbereiding van explosies. Hij zou minderjarigen hebben ingezet bij het plegen van explosies bij woningen en het ophalen van harddrugs in de haven van Antwerpen. De betaling bedroeg enkele honderden euro's per opdracht.

4. De communicatie tussen Denilson A. en de minderjarige uitvoerders, die gezichtsbedekking en donkere kleding droegen, vond plaats via Snapchat, onder de gebruikersnaam "La France". Een geplande explosie in Amsterdam werd via deze app gepland.

5. Een explosie in Amsterdam werd daadwerkelijk gepland, hoewel de uitkomst onbekend is.

6. Denilson A. verklaarde niet op de hoogte te zijn van het doel van de ritten, maar gaf toe een grimmig gevoel te hebben bij de uitvoering van de opdrachten. Zijn gestreste reactie op een bijna mislukte explosie in Amsterdam versterkte het vermoeden van welbewustheid. Hij verklaarde de opdrachten uit financiële noodzaak te hebben uitgevoerd.

7. Denilson A. is sinds de zomer van 2024 vader geworden. Hij verklaarde zijn leven te willen beteren en hulp te willen ontvangen vanwege een licht verstandelijke beperking en impulsief gedrag.

8. Denilson A. toonde weinig berouw over de angst die de potentiële slachtoffers ervoeren en weigerde schadevergoeding te betalen. Er vond een woordenwisseling plaats tussen hem en een slachtoffer tijdens de rechtszitting.

9. De verdediging beargumenteerde dat Denilson A.'s rol kleiner was dan door het OM werd beschreven, dat de minderjarigen proactief waren en dat hij geen instructies gaf. Zij pleitte voor een lagere, gedeeltelijk voorwaardelijke straf, mogelijk met enkelband en psychische hulp.

10. De rechtbank doet uitspraak op 11 juni 2025 om 12:45 uur.