1. Tussen 1989 en 2024 steeg het aantal kankerdiagnoses bij 18- tot 39-jarigen in Nederland van 122 naar 169 per 100.000 inwoners. Deze stijging betrof zowel mannen als vrouwen. Bij vrouwen steeg het aantal van 77 naar 103 per 100.000, en bij mannen van 45 naar 66 per 100.000.

2. De meest voorkomende kanker bij jonge mannen is zaadbalkanker, gevolgd door melanoom, lymfeklierkanker en hersentumoren.

3. De meest voorkomende kanker bij jonge vrouwen is borstkanker, gevolgd door melanoom, baarmoederhalskanker en schildklierkanker.

4. Het aantal gevallen van zaadbalkanker is in dertig jaar tijd verdubbeld.

5. Mogelijke bijdragende factoren voor de toename van kankerdiagnoses bij jonge mensen zijn genetische predispositie, verbeterde screeningsmethoden en omgevingsfactoren zoals verhoogde stressniveaus, verhoogde consumptie van bewerkt voedsel, verminderde lichaamsbeweging en blootstelling aan microplastics. Er is echter geen doorslaggevend bewijs voor een causaal verband met een specifieke factor.

6. Ondanks de toename van kankerdiagnoses is de overlevingskans bij jonge mensen met kanker aanzienlijk verbeterd. De overlevingskans verschilt echter sterk per type kanker.

7. De overlevingskans bij zaadbalkanker is hoog (90-95%), terwijl de overlevingskans bij hersentumoren bij jonge mannen lager is (65%). Jaarlijks overlijden in Nederland ongeveer twintig mannen aan zaadbalkanker, ongeacht leeftijd.

8. Voor jonge mannen wordt maandelijks zelfonderzoek van de teelballen aanbevolen.