1. Op vrijdag 9 mei 2025 zond de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Veldkamp, een brief aan de EU-buitenlandchef Kallas. De brief betrof bezorgdheid over Israëls optreden in Gaza, specifiek het tegenhouden van humanitaire hulp en de vraag of Israël zich nog aan afspraken met de EU over mensenrechten en democratische principes houdt.

2. De Nederlandse minister voor Ontwikkelingshulp, Klever (PVV), werd pas op dinsdagavond 6 mei 2025 op de hoogte gebracht van de brief. Zij had dit gezien haar portefeuille wel verwacht. Klever erkent de beleidsvrijheid van Veldkamp, maar vindt dat de gevoeligheid van het onderwerp binnen de PVV beter had moeten worden overwogen.

3. Op 9 mei 2025 uitte de leider van de PVV, Wilders, op X zijn onvrede over de brief, die hij als "belachelijke anti-Israël-maatregelen" bestempelde. Wilders bekritiseerde het gebrek aan betrokkenheid van het hele kabinet, inclusief PVV-bewindslieden, bij het besluit.

4. De PVV-minister en vicepremier Agema was verrast door Veldkamps actie, maar erkende de gangbare praktijk van ministers om brieven te versturen zonder voorafgaand overleg met collega's. Zij benadrukte wel het belang van overleg bij gevoelige kwesties.

5. De vicepremiers Hermans (VVD) en Van Hijum (NSC) waren niet betrokken bij de besluitvorming, maar merkten op dat het onderwerp regelmatig in het kabinet aan de orde komt.

6. Minister Veldkamp verklaarde op 9 mei 2025 dat hij de brief niet alleen had verstuurd, zonder namen van andere betrokken kabinetsleden te noemen. Hij gaf aan tijdens een top in Warschau met EU-collega's te hebben gesproken en dat de zorgen van Nederland daar brede steun vonden.

7. Premier Schoof betuigde zijn steun aan de brief van Veldkamp, verwijzend naar "eenheid van kabinetsbeleid".