1. In Dongen ontstond een grote brand in een bedrijfspand dat gebruikt werd voor leerbewerking.

2. Een deel van het dak, voorzien van zonnepanelen, brandde, waarbij metershoge vlammen ontstonden. De brand veroorzaakte het loskomen van scherpe foliedeeltjes van de zonnepanelen, die op de grond terechtkwamen. Deze deeltjes, vaak gemaakt van gehard glas of een ander bros materiaal, vormden een potentieel risico op verwondingen.

3. In het pand waren chemicaliën en olie opgeslagen in een afgesloten ruimte. Om te voorkomen dat deze stoffen zouden ontbranden, werd de opslagruimte door de brandweer gekoeld; een standaardprocedure bij branden met gevaarlijke stoffen.

4. De brandweer zette groot materieel in en gebruikte water uit het Wilhelminakanaal voor de bluswerkzaamheden. Het putten van water uit open waterbronnen is gebruikelijk bij grote branden, met name indien de beschikbare watervoorraad onvoldoende is.

5. De veiligheidsregio adviseerde om het gebied te mijden om schade aan blusslangen te voorkomen, welke de bluscapaciteit ernstig kan beperken.

6. Op het bedrijventerrein, waar meerdere bedrijven 24/7 actief zijn, werd een gecontroleerde evacuatie uitgevoerd met behulp van de politie. Werknemers volgden aangewezen routes om het terrein te verlaten, een standaardprocedure bij calamiteiten.