1. Het conclaaf, de verkiezing van een nieuwe paus, vindt plaats na het overlijden van de vorige paus. Aan dit conclaaf nemen 133 kardinalen deel. De nieuwe paus wordt pas bekendgemaakt na het verschijnen van witte rook uit de schoorsteen van de Sixtijnse Kapel. De katholieke kerk telt ongeveer 1,4 miljard leden.

2. In het eerste millennium bestonden er geen formele regels voor de pausverkiezing. Romeinse adel, het volk, geestelijkheid en machtige heersers oefenden aanzienlijke invloed uit op de keuze. Gewapende conflicten tussen aanhangers van verschillende kandidaten waren gebruikelijk. De term "paus" werd vanaf ongeveer 300 na Christus gebruikt.

3. In 498 vond de eerste gedocumenteerde omkoping plaats tijdens een pausverkiezing tussen de kandidaten Symmachus en Laurentius. Deze conflicten leidden tot doden en werden beïnvloed door Koning Theodorik van Italië. Symmachus won en verbood verdere campagnevoering. De basiliek van Sint-Pieter en de Sint-Jan van Lateranen speelden een rol in dit conflict.

4. Paus Nicolaas II introduceerde in 1059 de regel dat een college van kardinalen de paus zou kiezen. Deze regel elimineerde echter niet volledig de invloed van externe factoren.

5. De pausverkiezing van 1241 vond plaats in de zomer en kenmerkte zich door de opsluiting van tien kardinalen in een oud gebouw door Matteo Orsini, de belangrijkste bestuurder van Rome, vanwege hun besluiteloosheid. Slechte hygiënische omstandigheden en hitte leidden tot de dood van een kardinaal (mogelijk door vergiftiging). Goffredo Castiglione werd uiteindelijk gekozen als Celestinus IV, maar overleed kort daarna. Deze verkiezing wordt beschouwd als het eerste conclaaf in letterlijke zin, omdat de kardinalen "cum clave" (met een sleutel) werden opgesloten.

6. De pausverkiezing van 1268-1272 duurde 40 maanden, de langste sede vacante ooit. De kardinalen werden opgesloten, en de keuze werd pas gemaakt nadat het dak van het gebouw was verwijderd, in een poging de Heilige Geest te ontketenen. Gregorius X, de uiteindelijke paus, was geen kardinaal en verbleef in Syrië als kruisvaarder.

7. Gregorius X vaardigde in 1274 de bul "Ubi periculum" uit, waarin werd vastgelegd dat kardinalen tijdens een pausverkiezing moesten worden opgesloten. Deze regel kon de chaos niet volledig voorkomen.

8. De pausverkiezing van 1378, na de dood van Gregorius XI, werd gekenmerkt door druk van de Romeinse bevolking voor een Romeinse paus. De kardinalen gebruikten een bejaarde Romein als schijnpaus om het publiek af te leiden, wat leidde tot het Westers Schisma (twee pausen, Avignon en Rome, gedurende 40 jaar).

9. Tijdens de Renaissance nam het geweld tijdens pausverkiezingen af, maar corruptie nam toe. Het conclaaf van 1492 werd beïnvloed door de Franse koning Karel VIII en simonie. Rodrigo Borgia (Alexander VI) werd paus, ondanks beschuldigingen van minnaressen, corruptie en moord. Giuliano della Rovere (Julius II) verzegelde Borgia's appartementen na diens dood.

10. In de vroegmoderne tijd speelden geopolitieke belangen een grote rol in pausverkiezingen. Frankrijk en Oostenrijk probeerden een hen gunstig gezinde paus te kiezen, soms met een vetorecht. De verkiezing van Benedictus XIV in 1740 duurde zes maanden en 255 stemrondes. Vier kardinalen overleden tijdens deze verkiezing. Het dodelijkste conclaaf was dat van 1287-1288 met zes sterfgevallen door malaria.

11. Keizer Frans Jozef van Oostenrijk gebruikte in 1903 als laatste wereldlijke heerser zijn vetorecht. Paus Pius X schafte dit recht af. Inmenging zou leiden tot excommunicatie.

12. In 1963 probeerde de CIA informatie over de pausverkiezing te verkrijgen via een radio die door een kardinaal werd meegesmokkeld. De Sixtijnse Kapel en de slaapvertrekken worden sindsdien gecontroleerd op afluisterapparatuur.

13. In 2013 werd Jorge Mario Bergoglio (Franciscus I) in de vijfde stemronde gekozen tot paus. Hij had pas in de vierde stemronde een duidelijke voorsprong. Hij gaf toe dat hij een zondaar was.