1. Op 2 april kondigde de president verregaande tarieven aan, van toepassing op meer dan 180 landen. Deze aankondiging volgde op eerdere uitspraken tijdens een interview met ABC News, waarin de president aangaf dat kiezers de invoering van wederzijdse tarieven hadden moeten verwachten gezien zijn verkiezingscampagne.

2. Een basistarief van 10% trad op 5 april in werking.

3. Hogere, landspecifieke tarieven werden op 9 april van kracht. Op dezelfde dag werd een pauze van 90 dagen op de tarieven aangekondigd.

4. De aankondiging van de tarieven leidde tot een forse daling op de aandelenmarkt.

5. Economen en bedrijfsleiders bekritiseerden het tariefbeleid. De president verdedigde zijn beleid als een noodzakelijke maatregel om een economische implosie te voorkomen. Hij beweerde dat hij dit al vele jaren wilde doen.

6. Op 20 april werd via Truth Social verklaard dat critici van het tariefbeleid slecht zijn in zaken doen en politiek.

7. Volgens een investeringsexpert van Tsai Capital beschikken bedrijven mogelijk over onvoldoende tijd om zich aan te passen aan de tarieven, zelfs met de aangekondigde pauze van 90 dagen.

8. De tarieven zouden kleine en middelgrote bedrijven in de VS kunnen schaden en een recessie kunnen veroorzaken. Kleine en middelgrote bedrijven vertegenwoordigen ongeveer 44% van het Amerikaanse bruto binnenlands product (BBP), volgens de US Chamber of Commerce.

9. Het Witte Huis reageerde niet op een verzoek om commentaar.