1. In 2016 startte de gemeente Utrecht een project om de Utrechtse woonwijk Overvecht-Noord (meer dan 8000 woningen, voornamelijk huurwoningen) tegen 2030 aardgasvrij te maken. Het project omvatte de omschakeling van aardgas voor koken, douchen en verwarming.

2. De gemeente Utrecht leidde het project en werkte samen met partners zoals Eneco en woningcorporaties.

3. Het project werd stopgezet vanwege de hoge kosten voor bewoners.

4. Een onderzoek van de Utrechtse Rekenkamer toonde aan dat de gemeente onvoldoende middelen (financiële middelen en expertise op het gebied van aardgasvrije oplossingen) en kennis had om het project te realiseren.

5. De gemeente beschikte niet over de wettelijke bevoegdheid om bewoners te verplichten van aardgas af te stappen.

6. Er waren onvoldoende duidelijke afspraken voorafgaand aan het project, wat leidde tot een stroeve samenwerking tussen de betrokken partijen.

7. De gemeente paste de plannen niet aan ondanks veranderende omstandigheden, zoals wijzigingen in landelijke wetgeving.

8. Er waren meningsverschillen tussen de gemeente en betrokken partijen die onvoldoende of te laat werden opgelost.

9. De gemeente ontving subsidies, maar deze waren onvoldoende voor het succesvol afronden van het project.

10. De gemeente erkent de stroeve samenwerking, maar betwist andere conclusies uit het rapport van de Utrechtse Rekenkamer. De betaalbaarheid van de transitie voor alle bewoners bleef een voorwaarde voor de gemeente.