1. Op 26 april vonden militaire conflicten plaats in Jemen, Gaza en Libanon. In Jemen waren de Verenigde Staten, onder de regering-Trump, militair actief tegen de Houthi-rebellen, een sjiitische beweging in opstand tegen de Jemenitische regering.

2. Het staakt-het-vuren in Gaza, een Palestijns gebied grenzend aan Israël, was op 26 april beëindigd. Een deel van de Israëlische gijzelaars werd op dat moment nog vastgehouden door Hamas, een Palestijnse islamitische organisatie actief in Gaza.

3. Er vonden bombardementen plaats in Libanon, een land dat grenst aan Syrië, Israël en de oostelijke Middellandse Zee.

4. Op 26 april was er een grote explosie in de Iraanse haven Shahid Rajaee, een belangrijke haven in Iran, die resulteerde in een brand die in intensiteit toenam.