1. Massasurveillance neemt toe, inclusief biometrische bewaking, in democratische landen. Dit omvat het verzamelen van locatiegegevens, sociale interacties, media-consumptie en fysiologische data zoals hartslag en bloeddruk. De technologische mogelijkheden hiervoor zijn de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd.

2. De surveillance verschuift van extern gedrag (boven de huid) naar het monitoren van interne lichaamsfuncties (onder de huid) via draagbare of implanteerbare sensoren.

3. Kunstmatige intelligentie (AI) analyseert grote hoeveelheden data om patronen in menselijk gedrag en emoties te identificeren en voorspellingen te doen, gebaseerd op biometrische en andere gegevens.

4. De COVID-19 pandemie versnelde de acceptatie van biometrische surveillance vanwege de noodzaak van contact tracing en gezondheidsmonitoring.

5. Het concept van de 'hackbare mens' wordt besproken, waarbij de vrije wil en privacy in twijfel worden getrokken door de mogelijkheid om gedrag en gedachten te voorspellen en beïnvloeden met voldoende data en AI.

6. Technologieën zoals genbewerking en nanotechnologie worden besproken in de context van het 'ontwerpen' en 'upgraden' van lichamen, hersenen en geesten, een kernconcept van het transhumanisme.

7. Controle over data wordt beschouwd als de belangrijkste vorm van macht in de 21e-eeuwse economie, met aanzienlijke economische en politieke voordelen voor degenen die grote hoeveelheden data bezitten en kunnen analyseren.

8. Digitale ID's gekoppeld aan biometrische gegevens en financiële transacties worden gezien als een potentieel risico op verlies van privacy en vrijheid, met de mogelijkheid van totale controle door overheden of andere machtige actoren.

9. Routinematig gebruik van biometrie, bijvoorbeeld in scholen, leidt tot normalisering en acceptatie van deze technologieën, wat de weerstand ertegen kan verminderen.

10. Transhumanisme wordt gepresenteerd als een ideologie die fundamentele veranderingen in de menselijke natuur nastreeft door het verbeteren van menselijke capaciteiten via technologie, wat ethische en sociale vragen oproept.

11. De term 'nutteloze mensen' wordt gebruikt om individuen te beschrijven die niet participeren in AI-verbeteringen, wat vragen oproept over sociale inclusie en potentiële uitsluiting.

12. Er wordt een link gelegd tussen transhumanisme en eugenetica, beide strevend naar verbetering van de mensheid, maar met verschillende middelen en potentieel controversiële gevolgen.

13. De mogelijkheid om de 'informatieve inhoud' van de hersenen naar een digitale cloud over te dragen wordt besproken als een sciencefictionachtige visie op onsterfelijkheid en 'digitale' voortzetting van het bewustzijn.

14. Transhumanisme wordt vergeleken met een religie die inspeelt op diepgaande menselijke verlangens naar onsterfelijkheid en verbetering.

15. Het werk van C.S. Lewis, met name "That Hideous Strength", wordt genoemd als een literair perspectief op de potentiële gevaren van transhumanistische ontwikkelingen.