Afgelopen zondag trok een demonstratie met naar schatting tienduizend deelnemers door Rotterdam onder de leus ‘Sta op voor Gaza’. De optocht vertrok vanaf de Essalammoskee en eindigde bij het stadhuis.

De organisatie was in handen van ongeveer zestig imams met diverse etnische achtergronden, waaronder Marokkaans-Nederlands, Pakistaans, Turks en Somalisch. Sociale media en de moskeeën werden ingezet voor de werving van deelnemers.

Een recent Ipsos I&O onderzoek, gepubliceerd op dinsdag, wijst op een significante verschuiving in de publieke opinie. De steun voor het Nederlandse Israëlische beleid daalde van 29% naar 15% sinds 7 oktober 2023. Tegelijkertijd steeg het percentage Nederlanders dat tegen het beleid is van 20% naar 27%. De kritiek op het beleid neemt toe, ongeacht de politieke voorkeur. Meer dan de helft van de ondervraagden wil een kritischer kabinetsstandpunt ten aanzien van Israël.

Een Rotterdamse moskeebestuurder gaf aan dat de imams eerder hadden kunnen optreden, gezien de wekelijkse protestmarsen die zijn moskee al organiseerde sinds het begin van de oorlog in Gaza. Een verklaring van de Nederlandse premier wordt door hem genoemd als mogelijke katalysator voor de grootschalige demonstratie.

Getuigenverslagen en een bevestiging van de gemeente Rotterdam geven aan dat de demonstratie vreedzaam verliep. Een eigen ordedienst en de aanwezigheid van politie droegen hieraan bij. Er werden geen incidenten gemeld.

In de Tweede Kamer werden vragen gesteld naar aanleiding van de demonstratie. Er werd melding gemaakt van incidenten zoals het tonen van vlaggen van terreurorganisaties en antisemitische uitingen. De minister van Justitie verklaarde dat de organisatoren zelf hebben ingegrepen bij het tonen van dergelijke symbolen.