1. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) rapporteert hybride aanvallen op Nederland door statelijke actoren, gebruikmakend van traditionele en niet-militaire middelen zoals cyberaanvallen en desinformatie, met als doel het ontwrichten en verzwakken van de Nederlandse samenleving.

2. Rusland wordt geïdentificeerd als een actor die Nederland specifiek als doelwit beschouwt, gemotiveerd door de Nederlandse steun aan Oekraïne, de aanwezigheid van het Internationaal Strafhof en belangrijke technologiebedrijven in Nederland. De Russische activiteiten kenmerken zich door een toegenomen risicobereidheid met meer openlijke agressieve acties tegen organisaties die Oekraïne steunen en militaire/logistieke locaties in Europa.

3. Een succesvolle Russische cybersabotageaanval op het digitale besturingssysteem van een Nederlandse publieke voorziening vond plaats; de eerste van dit type in Nederland. Een tweede aanval op een onderdeel van de Nederlandse kritieke infrastructuur werd afgeweerd door actieve tegenmaatregelen van het doelwit. De MIVD waarschuwde specifiek voor de activiteiten van Eenheid 29155 van de Russische militaire geheime dienst GROe.

4. Russische eenheden voerden kartering uit van de infrastructuur van de Noordzee, wat wijst op spionage en mogelijke voorbereidingen op verstoringen en sabotage.

5. China wordt eveneens geïdentificeerd als een land dat Nederland als spionagedoelwit ziet, in dit geval vanwege de Nederlandse defensie-industrie. De Chinese cybergroep Salt Typhoon kreeg toegang tot Amerikaanse telecomproviders en overheidsnetwerken, mogelijk met toegang tot geheime informatie van opsporingsdiensten. Europese telecommunicatieproviders zouden eveneens het doelwit zijn van geavanceerde hackpogingen.

6. De MIVD onderzocht mogelijk extremisme onder (aspirant-)defensiemedewerkers, waarbij in sommige gevallen nazistische sympathieën werden aangetroffen. Hoewel geen rechts-extremistische netwerken binnen Defensie werden ontdekt, zijn er wel individuele (aspirant-)medewerkers geïdentificeerd die buiten Defensie actief zijn in dergelijke netwerken.

7. Sommige defensiemedewerkers onderschrijven het "kwaadaardige-elite-narratief", in sommige gevallen gecombineerd met pro-Russische sentimenten. Er zijn geen aanwijzingen voor gewelddadig anti-institutioneel extremisme binnen de krijgsmacht.