De Ivanpah zonnethermische energiecentrale in Californië, een project met een totale bouwkost van 2,18 miljard dollar (waarvan 1,6 miljard dollar aan overheidssubsidies), is na elf jaar operationeel te zijn geweest gesloten.

De centrale, die bestond uit 300.000 computergestuurde spiegels verspreid over 13 vierkante kilometer, had als doel om ongeveer 140.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien. Het systeem genereerde energie door zonlicht te concentreren op watergevulde boilers, waarmee stoom werd opgewekt om turbines aan te drijven.

De werkelijke energieopbrengst lag echter tussen de 40% en 65% van de verwachte opbrengst. De productiekosten bedroegen ongeveer $200 per MWh, significant hoger dan de marktprijs van ongeveer $35 per MWh.

Tijdens de elf jaar van haar exploitatie heeft de Ivanpah centrale naar schatting 300.000 vogels gedood als gevolg van de intense hitte van de spiegels. Ook het leefgebied van de bedreigde woestijnschildpad werd negatief beïnvloed.

De centrale had te kampen met aanzienlijke onderhoudskosten en diverse operationele problemen. Deze omvatten verblinding van automobilisten en een kleine brand, veroorzaakt door de complexiteit van het systeem, met name het uitlijnen van de spiegels en het functioneren van de turbines.

Begin 2026 zal de Ivanpah centrale worden ontmanteld en vervangen door een conventioneel zonnepark met fotovoltaïsche systemen, gezien de hogere rentabiliteit van deze technologie.