1. Minister Van Gennip van Sociale Zaken betreurt de manier waarop haar departement onderzoek heeft gedaan naar moslims en moskeeën. Deze betreurenswaardige situatie heeft geleid tot bezorgdheid binnen de moslimgemeenschappen en heeft het vertrouwen tussen de overheid en deze gemeenschappen geschaad.

2. Haar ministerie heeft tot 2019 onderzoek laten doen naar personen, organisaties en netwerken binnen de moslimgemeenschappen, zonder dat de betrokkenen daarvan op de hoogte waren. Dit heeft geleid tot zorgen over mogelijke schendingen van privacy en heeft de vraag doen rijzen naar de juridische grondslag van deze onderzoeken.

3. In 2021 bleek dat minstens tien Nederlandse gemeenten een particulier onderzoeksbureau hadden ingehuurd om onderzoek te doen naar religieuze organisaties, waarbij gebruik werd gemaakt van niet toegestane undercovermethoden. Deze undercoverpraktijken zijn in strijd met de ethische normen en hebben geleid tot verontwaardiging en verlies van vertrouwen.

4. Het ministerie heeft ook onderzoeken gedaan naar moslims en moskeeën zonder juridische grondslag en heeft persoonsgegevens verwerkt, zoals namen gekoppeld aan een woonplaats en religieuze overtuiging, gedragingen of uitingen. Hierbij rijst de vraag naar de rechtmatigheid en noodzaak van het verzamelen van deze persoonlijke gegevens.

5. De onderzoeken richtten zich voornamelijk op salafisten, moslims die een orthodoxe vorm van de islam aanhangen. Deze focus op een specifieke stroming binnen de moslimgemeenschap heeft kritiek opgeroepen over mogelijke stigmatisering en generalisatie.

6. Het ministerie is begonnen met het herstellen van het vertrouwen tussen de overheid en moslimgemeenschappen, nadat het nieuws over undercoveronderzoeken van gemeentes veel losmaakte onder Nederlandse moslims. Dit omvat het erkennen van de misstanden en het nemen van maatregelen om herhaling te voorkomen.

7. De overheid heeft volgens de minister zelf bijgedragen aan de stigmatisering van moslims die hier niets mee te maken hebben. Dit benadrukt het belang van het voorkomen van generalisatie en discriminatie van individuen op basis van religie.

8. Er moet meer aandacht komen voor het verschijnsel van discriminatie van moslims en het moet opnieuw worden onderzocht. Dit benadrukt de noodzaak van het aanpakken van discriminatie en het waarborgen van gelijke behandeling van alle individuen, ongeacht hun religie of culturele achtergrond.

9. Het ministerie zal actie ondernemen tegen banken die moslims weigeren om discriminatie tegen te gaan. Deze maatregel is gericht op het beschermen van de rechten van moslims en het bestrijden van discriminatie in de financiële sector.

10. De verzamelde persoonsgegevens worden vanaf 1 april 2024 vernietigd en mensen kunnen zelf informeren bij het ministerie of hun gegevens in het dossier van Sociale Zaken zijn verwerkt. Dit benadrukt het belang van databescherming en biedt de mogelijkheid voor individuen om te controleren of hun persoonlijke gegevens zijn gebruikt in de onderzoeken van het ministerie.