1. Uit interne rapporten blijkt dat grote oliebedrijven al sinds de jaren zestig op de hoogte waren van de schadelijke gevolgen van fossiele brandstoffen voor het klimaat. Deze rapporten toonden aan dat de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en kolen, bijdraagt aan de uitstoot van broeikasgassen, zoals kooldioxide (CO2), die verantwoordelijk zijn voor het versterkte broeikaseffect en klimaatverandering.

2. Deze informatie werd echter verborgen gehouden voor het publiek en de politiek. Grote oliebedrijven hebben bewust besloten om deze kennis niet openbaar te maken en hebben actief geprobeerd om twijfel te zaaien over de wetenschappelijke consensus rondom klimaatverandering. Hierdoor werd het voor het publiek en politici moeilijker om beleid te ontwikkelen en maatregelen te nemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

3. Oliebedrijven gaven miljarden uit aan desinformatie om hun winsten en verdienmodel te beschermen. Door middel van lobbywerk, advertenties en het financieren van onderzoek dat twijfel zaaide over klimaatverandering, hebben oliebedrijven actief geprobeerd om de schadelijke gevolgen van hun producten te bagatelliseren. Dit stelde hen in staat om door te gaan met de winstgevende handel in fossiele brandstoffen zonder grote veranderingen in hun bedrijfsvoering.

4. Californië beschuldigt "Big Oil" van het veroorzaken van klimaatverandering en wil dat zij verplicht worden om de veroorzaakte schade te betalen. De staat Californië heeft een rechtszaak aangespannen tegen grote oliebedrijven, waarin zij beweert dat deze bedrijven verantwoordelijk zijn voor het bijdragen aan klimaatverandering en daarmee schade hebben veroorzaakt aan het milieu en de economie van de staat. Californië eist dan ook dat de oliebedrijven financieel verantwoordelijk worden gesteld voor deze schade.

5. Er moet een fonds komen waarmee Californië maatregelen kan financieren om bijvoorbeeld zeespiegelstijging op te vangen en schade door stormen, overstromingen en natuurbranden te verminderen. Als onderdeel van de rechtszaak wil Californië dat de oliebedrijven bijdragen aan een fonds dat specifiek gericht is op het financieren van maatregelen om de gevolgen van klimaatverandering te verminderen. Denk hierbij aan het versterken van kustverdedigingssystemen, het aanleggen van overstromingsgebieden en het investeren in brandpreventie.

6. Het exacte bedrag dat Californië wil eisen van de oliebedrijven is nog niet gespecificeerd, maar het zal vermoedelijk minstens tientallen miljarden dollars zijn. Hoewel het definitieve bedrag nog niet is vastgesteld, wordt verwacht dat Californië aanzienlijke financiële compensatie zal eisen van de oliebedrijven wegens de schade die zij hebben veroorzaakt. Gezien de omvang van de schade en de economische impact van klimaatverandering in Californië, zou het bedrag naar verwachting in de tientallen miljarden dollars liggen.

7. Het is nog niet duidelijk hoe Californië wil voorkomen dat oliebedrijven verdere schade veroorzaken met de uitstoot van hun producten. Hoewel Californië eist dat de oliebedrijven worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid, is het nog niet duidelijk hoe de staat precies wil voorkomen dat deze bedrijven in de toekomst nog meer schade veroorzaken. Verdere maatregelen, zoals het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en het stimuleren van de overgang naar hernieuwbare energie, zouden waarschijnlijk nodig zijn om de impact van oliemaatschappijen op het klimaat te verminderen.

8. Klimaatactivisten zien deze rechtszaak als een mijlpaal ongeacht de uitkomst. Ongeacht de uitkomst van de rechtszaak wordt deze zaak gezien als een mijlpaal in de strijd tegen klimaatverandering. Het aanklagen van grote oliebedrijven door een staat zoals Californië toont aan dat er juridische middelen kunnen worden ingezet om bedrijven ter verantwoording te roepen voor hun rol bij klimaatverandering. Dit kan een precedent scheppen voor andere rechtszaken en aantonen dat de schade veroorzaakt door klimaatverandering een juridische basis heeft en dat daders aansprakelijk kunnen worden gesteld.