1. Op twee boerderijen in Overijssel en Flevoland zijn voor het eerst kuikens gevaccineerd met een vaccin tegen vogelgriep. Dit is een belangrijke ontwikkeling in de strijd tegen vogelgriep, aangezien vaccinatie tot nu toe niet gebruikelijk was in de pluimveesector.

2. Het betreft een veldproef met in totaal 1800 kippen in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Met deze veldproef willen de onderzoekers de effectiviteit van de vaccins in de praktijk testen.

3. Vogelgriep wordt veroorzaakt door het vogelgriepvirus, dat voorkomt bij wilde vogels over de hele wereld. Het virus kan via direct contact met besmette vogels of hun uitwerpselen worden overgedragen op pluimvee.

4. Pluimvee loopt constant het risico op besmetting met het vogelgriepvirus. Een besmetting kan grote gevolgen hebben voor de pluimveesector, aangezien bij een uitbraak al het pluimvee in de omgeving van het getroffen bedrijf preventief moet worden geruimd.

5. Bij een besmetting moet al het pluimvee in de omgeving van het getroffen bedrijf worden afgemaakt, wat leidt tot een grote schadepost voor de pluimveehouders. Daarnaast kan het leiden tot beperkingen in internationale handel van pluimveeproducten.

6. In maart waren twee van de vier geteste vaccins succesvol in een laboratoriumproef. Deze twee vaccins zijn geselecteerd voor de veldproeven om te zien of ze ook in de praktijk effectief zijn in het voorkomen van vogelgriepbesmettingen bij pluimvee.

7. Nu worden de veldproeven in de stallen uitgevoerd met deze twee vaccins om te kijken of ze ook effectief zijn in de praktijk. Het doel is om te bepalen of de vaccinatie de kippen beschermt tegen het vogelgriepvirus en of het ook de verspreiding van het virus kan verminderen.

8. De proef loopt tot eind 2025 en de eerste resultaten worden halverwege volgend jaar verwacht. Het is een langdurig en grondig onderzoek om de effecten van de vaccins op de langere termijn te kunnen beoordelen.

9. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research (WUR), Royal GD (Gezondheidsdienst voor Dieren) en de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Deze samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke instellingen zorgt voor een brede expertise in het onderzoek.

10. Na de eerste vaccinatie krijgt een deel van de kuikens na drie maanden een tweede prik. Dit moet ervoor zorgen dat de immuniteit tegen het vogelgriepvirus optimaal wordt opgebouwd.

11. Bloedonderzoek zal uitwijzen of de kippen immuniteit tegen het virus opbouwen. Door regelmatig bloed af te nemen, kunnen de onderzoekers de ontwikkeling van antistoffen tegen het vogelgriepvirus in de kippen volgen.

12. De kippen worden ook enkele keren naar het laboratorium gebracht om besmet te worden met het vogelgriepvirus. Dit gebeurt onder gecontroleerde omstandigheden om te testen of de gevaccineerde kippen beschermd blijven tegen infectie met het virus.

13. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden bepaald wat het effect van de vaccinatie is en of het ook werkt tegen de verspreiding van het virus. Dit is belangrijke informatie voor pluimveehouders om te beslissen of vaccinatie een effectieve maatregel is om vogelgriep te voorkomen.

14. Goedkeuring van de vaccins door de Europese Unie is van groot belang voor Nederlandse pluimveehouders, aangezien het grootste deel van de Nederlandse eieren- en vleesproductie bestemd is voor de Europese markt. Het is cruciaal dat de vaccins voldoen aan de strenge Europese eisen voor voedselveiligheid en diergezondheid voordat ze op grotere schaal kunnen worden ingezet.